In ‘Het einde van de psychotherapie’ bewijst Paul Verhaeghe dat het werk van Sigmund Freud nog steeds heel waardevol en bruikbaar is en dat de genetische basis van psychologische problemen minder betrouwbaar is dan vaak wordt aangenomen. De theorie van Sigmund Freud is onpopulair omdat algemeen wordt geloofd dat zijn ideeën geen wetenschappelijke basis hebben. Tegenwoordig ligt de nadruk op de genetische achtergrond van gedragsproblemen, die vaak wordt gepresenteerd als onweerlegbaar feit. In ‘Het einde van de psychotherapie’ bewijst Paul Verhaeghe dat Freuds werk nog steeds heel waardevol en bruikbaar is en dat de genetische basis van psychologische problemen minder betrouwbaar is dan vaak wordt aangenomen. De westerse wereld kampt met een depressie-epidemie, zoals beschreven door Trudy Dehue. Voortbordurend op Freuds theorie over de oorzaak van depressie verklaart Verhaeghe dat deze epidemie het resultaat is van het verdwijnen van identiteit. Een vorige generatie weekte zich los van iedere soort van autoritaire inmenging met als resultaat leeglopende kerken, gebroken gezinnen en carrièremakers die zelden langer dan een paar jaar voor hetzelfde bedrijf blijven werken. Nu blijkt echter dat deze verdwenen stabiele factoren en blijvende sociale verbindingen een mens voorzien van zekerheid, bevestiging en op den duur van een identiteit omdat je weet wie je bent ten opzichte van de ander. Depressie volgt wanneer door gebrek aan identiteit een mens zich ook niet meer zeker weet van het doel in het leven en op den duur ieder sociaal en ethisch richtingsgevoel verliest. Verhaeghe stelt dat het gebrek aan identiteit door het verminderende aantal sociale banden heeft geresulteerd in een obsessie met het lichaam, een andere manier om een identiteit te verwerven. Kan je je immers niet vergelijken met je gezinsleden, pastoor of collega om jezelf zo te definiëren, dan profileer je je door uiterlijk vertoon en seksueel gedrag. In het zoeken naar een identiteit is het eigen gender al snel een beginpunt. Door mannelijke of vrouwelijke eigenschappen extreem uit te vergroten vindt men een basis voor identiteit, maar deze blijkt minder bevrediging te geven dan een identiteit gebaseerd op sociale verbintenissen. Deze problematiek zorgt voor een nieuw soort patiënten. Waar zich vroeger patiënten aandienden die een neurose of complex ontwikkelden omdat ze iedere seksuele fantasie moesten onderdrukken, is er nu een vloedgolf aan patiënten die juist iedere snelle lichamelijke bevrediging aangrijpen, maar van binnen een grote leegte ervaren. Vroeger was het onderdrukken van het lichamelijk instinct een oorzaak voor problemen, nu is het gebrek aan enig andere beweegreden de oorzaak. Het meest schrijnende aan deze nieuwe generatie patiënten is dat de farmaceutische industrie gewetenloos op hun problemen inspeelt. Door ieder gevoel van eenzaamheid, verdriet, of onbehagen te labelen als ziekte wordt de oorzaak van de ellende buiten de patiënt gelegd. De patiënt is dan immers het slachtoffers van verkeerde genen, waar geen goed gesprek aan zal helpen. De oplossing staat vervolgens klaar in pilvorm. Verhaeghe gaat zelfs zo ver te stellen dat aandoeningen zoals ADHD en PDD-NOS niet bestaan. De symptomen natuurlijk wel: drukke of verlegen kinderen zijn een feit. Het probleem ontstaat wanneer een patiënt niet als een persoon met een aantal eigenschappen wordt beschouwd, maar als die eigenschappen worden gefilterd tot een paar goed te classificeren afkortingen. Diagnose van zo
Bron: VPRO
VPRO Boeken
Carolina Lo Galbo spreekt met Geert Mak over zijn schrijverschap en over zijn boek 'Grote verwachtingen. In Europa 1919-2019'. Geert Mak duidt de recente geschiedenis pakt de draad op waar vijftien jaar geleden zijn boek 'In Eu ...
VPRO Boeken
Tjitske Mussche spreekt met Josephine Rombouts over haar boek 'Terug naar Cliffrock Castle. Belevenissen op een Schots kasteel'. De Nederlandse Josephine Rombouts klimt op van huishoudster tot manager op het Schotse kasteel waa ...
VPRO Boeken
Carolina Lo Galbo spreekt met Chrétien Breukers over zijn roman 'En in de nacht een riem'. Thomas Meerman ligt met koorts in bed, en denkt na en droomt over zijn leven en over de liefde. Meerman ontdekt wat de waarheid is en w ...
VPRO Boeken
Tjitske Mussche spreekt met Ronald Giphart over zijn roman 'Alle tijd'. Toen zes mannen begin jaren negentig besloten een bierbrouwerij te beginnen in een werfkelder in Utrecht, werden ze naast vrienden ook zakenpartners. Vijfe ...
VPRO Boeken
Carolina Lo Galbo spreekt met Arthur Japin over 'Geluk, een geheimtaal. Dagboeken 2008-2018'. Deze jaren in Japins leven worden bepaald door een langdurige depressie. Verdrongen herinneringen komen boven en werpen nieuw licht o ...
VPRO Boeken
Tjitske Mussche spreekt met Miriam Guensberg over haar boek 'Held zonder Vaderland. Mijn vader: Pools, Joods en bevrijder'. Guensberg duikt in het bewogen leven van haar vader, de Poolse Jood Dolek Guensberg, één van Nederlan ...
VPRO Boeken
Carolina Lo Galbo spreekt met dichter, prozaschrijver en vertaler H.C. ten Berge over zijn publicaties 'Notities van Nemo, verhalen en novellen' en 'De beproevingen van Álvar Núñez Cabeza de Vaca, een script in 45 scènes en ...
VPRO Boeken
Tjitske Mussche spreekt met Stephan Enter over zijn boek 'Pastorale'. Een verhaal over een eerste, onmogelijke en onhandige verliefdheid en een poging het geluk van de vroegste kindertijd terug te vinden. Over de vraag waar woe ...