VPRO Boeken

Boekenprogramma waarin wisselende gasten worden ontvangen, met gesprekken over boeken, discussies naar aanleiding van boeken of interviews met auteurs.

Gesprek met historicus Auke van der Woud over Koninkrijk vol sloppen. Achterbuurten en vuil in de negentiende eeuw. Verder praat Wim Brands met Tomas Lieske over zijn nieuwe roman Alles kantelt. Presentatie: Wim Brands. In Alles kantelt, de zevende roman van schrijver Tomas Lieske, lijdt de 35-jarige theaterwetenschapper Anton Saint-Milot aan epilepsie en waanvoorstellingen. Zijn jeugdherinneringen zijn overschaduwd door het verlies van zijn vrouw Robin, die onlangs bij een verkeersongeluk is overleden. Als hij op een dag zichzelf tegenkomt, in de gedaante van een achtjarige jongen, belandt hij terug in de tijd van zijn jeugd. De ontmoeting vindt plaats in de jaren zeventig, kort nadat Anton een oude schoolfoto van zichzelf heeft bekeken. “Toen ik de jongen van de schoolfoto de volgende dag in de stad op me af zag komen, was mijn eerste gedachte: wat een opluchting dat hij fatsoenlijke kleren heeft aangetrokken; dat hij niet in de stomme blouse uit de jaren vijftig rondloopt.” Anton neemt het kind mee naar Duitsland, een reis die bedoeld is voor een reeks toneelvoorstellingen. Voor de kleine Anton is dat een strooptocht door ‘Rosemarieland’. Rosemarie is het Duitse meisje dat vanaf 1949 bij het gezin Milot in huis woonde. De grote Anton heeft wel herinneringen aan Rosemarie, maar dat zijn nuchtere anekdotes in vergelijking met de enthousiaste verhalen van het kind. De verhalen in Alles kantelt roepen herinneringen op aan de naoorlogse periode in de Haagse wijk Bezuidenhout. Aanvankelijk zou Rosemarie een jaar bij het gezin intrekken, maar omdat haar moeder in Berlijn haar niet terug kan nemen wordt het verblijf verlengd. In de jaren die volgen groeit er iets moois tussen Anton en Rosemarie. Maar zijn vader, die Anton altijd geadoreerd heeft, drijft de twee op pijnlijke wijze uit elkaar. Met mededelingen over Rosemarie moet de grote Anton voorzichtig zijn. Hij weet dat hij haar na de Bezuidenhoutse jaren nooit meer zal ontmoeten. Ook verzwijgt hij het verlies van zijn vrouw Robin, en haar eeuwig onvoltooide zwangerschap. Ze zouden samen een kind hebben gehad dat iets jonger zou zijn geweest dan dit kind, als de bus zou zijn uitgeweken. Ons beeld van de vaderlandse geschiedenis is te rooskleurig, vindt historicus Auke van der Woud. Met zijn boek Koninkrijk vol sloppen ontkracht hij het historische zelfbeeld van Nederland als een land met een burgerlijke cultuur. Bij de geschiedschrijving van de periode tussen 1800 en 1900 bestaat de neiging om op de gegoede burger te focussen, terwijl miljoenen Nederlanders rond 1900 in zeer gebrekkige omstandigheden leefden. In achterbuurten vergelijkbaar zijn met de sloppenwijken van de grote steden in de huidige Derde Wereld. Het begint met de groei van de grotere steden die rond 1870 overal in de westerse wereld zichtbaar werd. Er was een trek van het platteland naar de stad, dat versterkt werd door de landbouwcrisis en de ontwikkeling van de industrie, tegelijk was er verkeer van kleinere steden naar grote steden. De structurele verstedelijking had niet alleen een economische achtergrond, maar ontstond ook omdat de stad een cultureel potentieel en een hoog voorzieningenniveau te bieden had. Rond 1900 telde Nederland vijf miljoen inwoners waarvan de helft in de stedelijk omgeving woonachtig was. De acht grootste steden waren in de voorafgaande vijftien jaar twee- tot driemaal zo snel gegroeid als het nationaal gemiddelde. De komst van grote aantallen woningzoekenden dreef de prijzen van de woningen op. Handelaren in onroerend goed kochten huizen op om ze op te splitsen in kleinere woningen en te verhuren. De bodem van de woningmarkt bestond uit honderdduizenden woningen die niet groter waren dan vijftien tot vijfentwintig vierkante meter. Een huishouden bestond vaak uit één enkele kamer waar gemiddeld vijf personen woonden. In dezelfde kleine ruimte speelde zich alles af: slapen, eten, werken en ontlasten. De steden waren niet toegerust op zo’n grote toestroom. Er was geen sanitaire infrastructuur, geen riolering. Het vuil op straat stapelde zich op. De ondragelijk stank die in de stegen en sloppen hing stijgt in Koninkrijk vol sloppen van de bladzijden op. Tegen 1900 kwam het besef dat sociale hygiëne kon bijdragen aan het algemeen welbevinden van een samenleving. Uiteindelijk zorgde de Woningwet in 1901, die minimumeisen aan de woningen stelde, alsmede de toenemende individualisering, dat de achterbuurten gestaag in de nog steeds bekende volksbuurten veranderden.

Bron: VPRO

Meer Afleveringen van VPRO Boeken

Nederland 3

VPRO Boeken

Carolina Lo Galbo spreekt met Geert Mak over zijn schrijverschap en over zijn boek 'Grote verwachtingen. In Europa 1919-2019'. Geert Mak duidt de recente geschiedenis pakt de draad op waar vijftien jaar geleden zijn boek 'In Eu ... 

Nederland 3

VPRO Boeken

Tjitske Mussche spreekt met Josephine Rombouts over haar boek 'Terug naar Cliffrock Castle. Belevenissen op een Schots kasteel'. De Nederlandse Josephine Rombouts klimt op van huishoudster tot manager op het Schotse kasteel waa ... 

Nederland 3

VPRO Boeken

Carolina Lo Galbo spreekt met Chrétien Breukers over zijn roman 'En in de nacht een riem'. Thomas Meerman ligt met koorts in bed, en denkt na en droomt over zijn leven en over de liefde. Meerman ontdekt wat de waarheid is en w ... 

Nederland 3

VPRO Boeken

Tjitske Mussche spreekt met Ronald Giphart over zijn roman 'Alle tijd'. Toen zes mannen begin jaren negentig besloten een bierbrouwerij te beginnen in een werfkelder in Utrecht, werden ze naast vrienden ook zakenpartners. Vijfe ... 

Nederland 3

VPRO Boeken

Carolina Lo Galbo spreekt met Arthur Japin over 'Geluk, een geheimtaal. Dagboeken 2008-2018'. Deze jaren in Japins leven worden bepaald door een langdurige depressie. Verdrongen herinneringen komen boven en werpen nieuw licht o ... 

Nederland 3

VPRO Boeken

Tjitske Mussche spreekt met Miriam Guensberg over haar boek 'Held zonder Vaderland. Mijn vader: Pools, Joods en bevrijder'. Guensberg duikt in het bewogen leven van haar vader, de Poolse Jood Dolek Guensberg, één van Nederlan ... 

Nederland 3

VPRO Boeken

Carolina Lo Galbo spreekt met dichter, prozaschrijver en vertaler H.C. ten Berge over zijn publicaties 'Notities van Nemo, verhalen en novellen' en 'De beproevingen van Álvar Núñez Cabeza de Vaca, een script in 45 scènes en ... 

Nederland 3

VPRO Boeken

Tjitske Mussche spreekt met Stephan Enter over zijn boek 'Pastorale'. Een verhaal over een eerste, onmogelijke en onhandige verliefdheid en een poging het geluk van de vroegste kindertijd terug te vinden. Over de vraag waar woe ...