Het Prinses Beatrixfonds heeft twee onderzoeksprijzen uitgeloofd van elk EUR 1.250.000,-. Portretten van de twee wetenschappers en hun patiënten voor wie het onderzoek van groot belang kan zijn. Het Prinses Beatrixfonds heeft naar aanleiding van zijn vijftigjarig bestaan twee onderzoeksprijzen uitgeloofd van elk EUR 1.250.000,-. Prof. dr. Chris de Zeeuw, hoogleraar neurowetenschappen doet onderzoek naar hersenaandoeningen die bewegingsstoornissen veroorzaken, zoals Parkinson en Huntington. De andere prijs ging naar kinderarts Jan Smeitink, die onderzoek doet naar de energiestofwisseling. In de special portretten van de twee wetenschappers en hun patiënten voor wie het onderzoek van zeer groot belang kan zijn. Deze ziekenhuisspecial gaat over mensen met energiestofwisselingsziekten, zeldzame maar zeer ernstige stoornissen. In het kort komt het er op neer dat bij deze mensen brandstof te weinig omgezet wordt in energie. Hun batterij loopt snel leeg. Hierdoor komen de organen die de hoogste energiebehoefte hebben, hersenen, hart en skeletspier vaak ernstig in gevaar. De meeste mensen zijn meervoudig gehandicapt en zullen aan die ziekte voortijdig overlijden. Voorlopig is er voor deze mensen nog geen medicijn. Nicky is twaalf jaar, maar heeft het verstandelijk vermogen van een kind van negen maanden. Hij is door de energiestofwisselingsziekte meervoudig gehandicapt. Verder maken we kennis met Paulien (23 jaar). Zij heeft KKS, een andere energiestofwisselingsziekte. Op haar vijftiende ging Paulien naar de huisarts, omdat ze iedere keer opmerking kreeg over haar hangogen. Ze wilde nu zelf ook wel eens de oorzaak weten. Vier jaar later, na vele onderzoeken kreeg ze te horen welke ziekte ze had. Prof. Smeitink verbonden aan het Universitair Medisch Centrum St. Radboud is al jaren bezig een medicijn tegen deze ziekte te vinden. Hij heeft een enorme doorbraak op dit gebied gehad en naar aanleiding daarvan uit handen van koningin Beatrix, namens het Beatrixfonds EUR 1.250.000,- gekregen voor zijn onderzoek. Hij verwacht binnen vijf tot zeven jaar een medicijn te hebben. In deze uitzending vertelt Smeitink hoe ver hij is met zijn onderzoek en hoe belangrijk dit is.

Bron: EO