Jelle Brandt Corstius gaat op reis door India. Het land telt meer armen, 426 miljoen, dan de armste 26 Afrikaanse landen bij elkaar. Maar er is ook enorme rijkdom. Jelle Brandt Corstius gaat op reis door India. Waar hij eerder als kenner Rusland probeerde uit te leggen in de series Van Moskou tot Moermansk en Van Moskou tot Magadan, probeert hij nu als vreemdeling India te begrijpen. Het land telt meer armen, 426 miljoen, dan de armste 26 Afrikaanse landen bij elkaar. Maar er is ook enorme rijkdom. Indiase conglomeraten kopen Westerse bedrijven op. De grootste uitdaging voor India is niet om welvarender te worden, maar om de welvaart beter te spreiden. Brandt Corstius reist tussen twee uitersten door het land. Van Bihar, liggend in het arme oosten, tot Bangalore, de technologische reus in het rijke zuidwesten. De reis voert langs de Ganges, waar hij in aanraking komt met de spirituele wereld, langs een auralezer gaat, een feest voor de god Shiva bezoekt en een glaasje Gangeswater drinkt. In Bangalore bezoekt hij één van de laatste wasbazen; bijna iedereen heeft intussen een wasmachine. De economie van India groeit als kool. Door de vooruitgang verdwijnen ook een hoop beroepen. In Punjab, het land van de Sikhs, wil hij meer te weten komen over het raadselachtige tekort van twaalf miljoen meisjes in de laatste dertig jaar. Hij bezoekt er onder meer een weeshuis waar uitsluitend meisjes leven die soms na de geboorte op een vuilnishoop zijn gegooid. In Bihar, een van de armste staten van India, ondervindt hij dat het kastensysteem, vijftig jaar geleden officieel afgeschaft, de samenleving nog steeds verdeelt. In Dharavi, met een miljoen inwoners één van de grootste sloppenwijken ter wereld, ontdekt hij een hechte gemeenschap waaruit niemand weg wil. Precies tien jaar na de grootschalige rellen tussen Hindoes en Moslims, bezoekt Brandt Corstius de stad Godhra. Hij speelt mee met een cricket-team van moslims en hindoes, en is het doelwit tijdens het verfsmijten op het jaarlijkse Holi-festival. In Bollywood, zoals Mumbai ook wel wordt genoemd, worden jaarlijks duizend films geproduceerd. Brandt Corstius neemt een kijkje bij een keiharde auditie en bezoekt de grootste filmstudio ter wereld. Maar ook elders in een afgelegen dorp, ontmoet hij een jonge regisseur die met simpele middelen mooie films maakt. In de laatste aflevering rijdt hij mee in een van de miljoenen kleurrijke vrachtwagens die elke dag over de wegen van India denderen. De reis gaat van Mumbai naar Delhi, het reisgezelschap bestaat uit de chauffeur en zijn bijrijder, de zoon van de chauffeur. Onderweg wordt er gestopt in onder meer zijn geboortedorp in Rajahstan, en valt Brandt Corstius midden in een Indiase bruiloft.

Bron: VPRO